Dutch–English dictionary
English translation of the Dutch word gedienstig
| Dutch | English (translated indirectly) | Esperanto |
|---|---|---|
| ; | ||
| (kerkdienst) | ||
🔗 Ọp de weg naar buiten kwamen haar dorpelingen tegemoet, meest oudere mannen en vrouwen die weinig meer om handen hadden en die de eerste openbare dienst in de tempel wilden bijwonen. | ||
| ; attendance | ||
🔗 Een man die is veroordeeld voor de moord op de Russische journaliste Anna Politkovskaja komt vrij in ruil voor dienst in het Russische leger. | ||
| (dienares; dienstbode; dienstmaagd; dienstmeid; bediende; meid) | servant | |
🔗 Zij was het toonbeeld van de goede ouderwetse gedienstige. | ||
| (bediende; dienaar; dienstknecht; knecht) | servant | |
servile | troservema | |
| Dutch | English |
|---|---|
| gedienstig | ⇆ obliging; ⇆ obsequious |
| dienst | ⇆ administration; ⇆ attendance; ⇆ bureau; ⇆ command; ⇆ duty; ⇆ employ; ⇆ engagement; ⇆ kindness; ⇆ office; ⇆ turn; ⇆ service |
| gedienstige | ⇆ domestic; ⇆ domestic servant; ⇆ homeworker; ⇆ servant |
| gedienstigheid | ⇆ obligingness |
| overgedienstig | ⇆ obsequious; ⇆ officious; ⇆ over‐officious |