Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word een kaartje leggen

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
(biljet; ticket)
(plaatsbewijs; plaatskaart; ticket; passagebiljet)
ticket
🔗 Je neemt de trein van acht uur twintig naar Frankrijk en in Cherbourg kun je kaartjes voor de boot kopen.
(bon)
coupon
;
voucher
🔗 Het opzeggen van twee teksten werd met een blauw kaartje beloond, tien blauwe kaartjes stonden gelijk met één rood en mochten daartegen geruild worden.
(kaart)
(visitekaartje)

DutchEnglish
een kaartje leggen have a game of cards
kaartje card; ticket