Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word dwang

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
(strafwerk; tuchthuisstraf)
strait‐jacket
contracture
court‐ordered treatment
kuracado ordonita de tribunalo
🔗 Pascal P. heeft maandag acht jaar cel en TBS met dwangverpleging opgelegd gekregen voor het meer dan tien jaar lang misbruiken van de twee dochters van zijn vriendin.
(noodzaken; nopen; verplichten); ;
constrain
;
necessitate
🔗 Ze knikte en dwong zichzelf te glimlachen.

DutchEnglish
dwang coercion; compulsion; constraint; duress; enforcement; pressure; restraint
dwangarbeid hard labour; penal servitude
dwangarbeider convict
dwangbevel distress‐warrant; warrant; writ
dwangbuis strait‐jacket
dwanggedachte obsession
dwanghandeling compulsion; compulsive act; obsessional act
dwangmaatregel sanction; coercive measure
dwangmatig compulsive
dwangmiddel means of coercion
dwangnagel agnail
dwangpositie squeeze; embarrassing situation; plight
dwangsom penal sum
dwangverpleging court‐ordered treatment
dwangvoorstelling compulsion; obsession; fixed idea
dwingen coerce; coerce into; compel; constrain; dragoon; enforce; force; necessitate; press‐gang; be tyrannically insistent
geloofsdwang coercion in religious matters; constraint in religious matters; religious constraint
gewetensdwang moral constraint
lijfsdwang attachment; constraint; physical force
rechtsdwang judicial constraint