Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word duvel

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
(droes; drommel; duivel);
🔗 U bent een handige duvel!
(bedotten; beetnemen; om de tuin leiden)
🔗 Wat bedoel je met „hij beduvelt de hond niet”?
(bliksems; deksels; donders; drommels; sakkerloot; sapperloot; verdorie; verdraaid; verduiveld; verrek; sakkerju; verduveld; verdikkeme); ; ; ;
devilish
🔗 Mevrouw Calvin Baker is duvels slim.
(gedonder)
(donders; verdraaid; verduiveld)
🔗 Zouden jullie dat wel doen, dan zouden jullie al spoedig tot de conclusie komen dat de zaak waarover het gaat verduveld veel weg heeft van wat jullie onder andere omstandigheden gewone diefstal zouden noemen.”

DutchEnglish
beduvelen bluff; double‐cross; finagle; fool; hoodwink
geduvel devilment; bother; botheration; nuisance
verduveld damned; damn