Dutch–English dictionary
English translation of the Dutch word corrector
Dutch | English (translated indirectly) | Esperanto |
---|---|---|
proof‐reader | ||
(bijsturen; verbeteren) | ||
🔗 Iedere morgen lag er een stapel pagina’s voor mij klaar om te lezen en te corrigeren, en het boek begon langzamerhand vorm te krijgen. |
Dutch | English |
---|---|
corrector | ⇆ corrector; ⇆ proof‐reader; ⇆ reader; ⇆ reviser |
corrigeren | ⇆ correct; ⇆ marking; ⇆ revise; ⇆ mark; ⇆ read |