Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word blokhut

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
log cabin
🔗 De blanke bezoekers werden naar een blokhut geleid.
🔗 Maar Urquart had het eerste blok al met beide handen opgepakt.
(katrol)
pulley
(huisje)
🔗 Intussen was heer Ollie de hut binnengetreden.
(stulp); ; ; ;
shanty
🔗 Dat was de hut van het stamhoofd.
(cabine; kajuit)
🔗 Een hofmeester bracht hen naar hun hutten.

DutchEnglish
blokhut log cabin; shack
blok bloc; block; brick; chock; chump; cube; log; pad; parallelepiped; pig; square; stock; billet; clog; unit
hut berth; bower; cabin; cot; cote; cottage; crib; hovel; hut; hutch; lodge; shack; shanty; shed