Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word bijeengaren

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
(inzamelen; verzamelen)
🔗 Toen begon hij zijn papieren weer bijeen te garen.
(aaneen; samen; tezamen; bij elkaar; saam; gezamenlijk)
🔗 Ik vond hier meer personen bijeen dan ik reden had op dat uur van de dag te verwachten.
(draad);
🔗 Ik moet mijn boeken bij elkaar garen.
;
pick up
🔗 Gierend suisde het door de lucht, precies naar de plek waar heer Bommel voedsel gaarde.

DutchEnglish
bijeengaren garner
bijeen united; together
garen thread; yarn