Dutch–English dictionary
English translation of the Dutch word aftredend
Dutch | English (translated indirectly) | Esperanto |
---|---|---|
(bedanken; uittreden; zijn ontslag nemen) | ; | |
🔗 Als gevolg van de Telegraafrellen moest de toenmalige burgemeester, meester Gijsbert van Hall, aftreden. | ||
(met pensioen gaan) | retire | |
🔗 De afgetreden president van Zimbabwe, Robert Mugabe, krijgt een gouden handdruk van enkele miljoenen. |
Dutch | English |
---|---|
aftredend | ⇆ outgoing; ⇆ retiring |
aftreden | ⇆ abdicate; ⇆ go out; ⇆ resign; ⇆ resignation; ⇆ retire; ⇆ retirement; ⇆ go off the stage; ⇆ step down; ⇆ go off; ⇆ abdication |