Dutch–English dictionary
English translation of the Dutch word aanvangsdatum
Dutch | English (translated indirectly) | Esperanto |
---|---|---|
(begindatum) | date of commencement | |
(begin; ontstaan) | ; | |
🔗 In de aanvang zat hij aan mijn voeten en leerde de wijsheid kennen. | ||
(dagtekening; datering) | ||
🔗 Wat was de datum, zei je? |
Dutch | English |
---|---|
aanvangsdatum | ⇆ date of commencement |
aanvang | ⇆ start; ⇆ commencement; ⇆ beginning; ⇆ onset |
datum | ⇆ date |