Dutch–English dictionary
English translation of the Dutch word aandeel op naam
| Dutch | English (translated indirectly) | Esperanto |
|---|---|---|
aandeel op naam | registered share | noma akcio |
🔗 Aandeelhouders zullen een kleine 50 cent per aandeel uitgekeerd krijgen. | ||
| (deel; portie; rantsoen; taks) | share ; | |
🔗 Wilt gij het hebben als uw aandeel? | ||
share | ||
🔗 Wilt gij het hebben als uw aandeel? | ||
🔗 Zeg eens, Huck, als wij hier de schat vinden, wat doe jij dan met jouw aandeel? | ||
| ; ; | ||
🔗 Hebt u hun namen gehoord? | ||
| (faam; reputatie; roep) | reputation | |
🔗 Dat geeft me een slechte naam. | ||
| (benaming) | ||
🔗 „De bevrijding van Artëmovsk gaat door”, zei hij, waarbij hij de naam uit het Sovjettijdperk voor Bachmut gebruikte. | ||
| Dutch | English |
|---|---|
| aandeel op naam | ⇆ nominal share; ⇆ registered share |
| aandeel | ⇆ allotment; ⇆ allowance; ⇆ apanage; ⇆ contingent; ⇆ cut; ⇆ dividend; ⇆ equity; ⇆ interest; ⇆ part; ⇆ portion; ⇆ quota; ⇆ rake‐off; ⇆ share; ⇆ unit; ⇆ stake; ⇆ shot; ⇆ slice; ⇆ whack |
| naam | ⇆ appellation; ⇆ appellative; ⇆ denomination; ⇆ designation; ⇆ fame; ⇆ moniker; ⇆ name; ⇆ reputation; ⇆ repute |