Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word Panama

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
Golf van Panama
;
Panama hat
panama ĉapelo
🔗 Hij droeg een goed gesneden linnen pak en hield zijn Panamahoed in zijn hand, zodat Ellery kon zien met hoeveel zorg het reeds dunnende haar over een kleine kale plek was gekamd.
Panama Canal
🔗 Door droogte kunnen de komende maanden veel minder schepen over het Panamakanaal varen.
Panama City
Panamurbo
Panamanian
🔗 De brand van woensdag vond plaats op een Panamees schip van een Japanse eigenaar met een Indiase bemanning.
Panamanian
Panamanian woman

DutchEnglish
Panama Panama
Panamahoed Panama hat; panama
Panamakanaal Panama Canal
Panama‐Stad Panama City
Panamees Panamanian