Diccionario neerlandés–español

Traducción española de la palabra neerlandesa binden

neerlandés → español
  
neerlandésespañol (traducido indirectamente)esperanto
(inbinden)
encuadernar
concentrar
(vastbinden; vastmaken; verbinden)
atar
;
ligar
🔗 Ook hij werd gebonden.
comenzar
(Romeinse sla)
lechuga romana
roma laktuko
cabo delgado
;
merlín
(katwilg; teenwilg)
mimbrera
(binden)
encuadernar
anular
(binden; vastmaken; verbinden)
atar
;
ligar
🔗 En als zijn armen waren vastgebonden, hoe heeft hij het mes dan gebruikt?
aglutinar
(inzwachtelen; omzwachtelen; zwachtelen)
vendar
🔗 Laat ik eerst uw hoofd betten en uw hand verbinden.
(combineren; samenvoegen)
combinar
(aansluiten)
comunicar
(aansluiten; binden; vastbinden; vastmaken; liëren)
atar
;
ligar
articular