Information du mot hond (néerlandais → espéranto: hundo)

Parti du discourssubstantif
Prononciation/ɦɔnt/
Césurehond
Genremasculin
Plurielhonden

Diminutif
SingulierPluriel
hondjehondjes

Exemples d’usage

Plotseling kwam de grootste hond te voorschijn die hij ooit in zijn leven had gezien.
De politie zocht onder meer met honden en duikers.
De hond was gek op Matt.
In de gemeente De Bilt betaalt u voor een hond belasting.

Traductions

afrikaanshond
albanaisqen
allemandHund
anglaisdog
anglais (vieil anglais)docga; hund
catalangos
créole jamaïcaindaag
danoishund
espagnolperro
espérantohundo
féringienhundur
finnoiskoira
françaischien; clébard
frison occidentaldogge; hûn; hún
frison saterlandHuund
gaélique écossais
galloisci
grecσκυλί; σκύλος
hawaiienʻīlio
hongroiskutya
islandaishundur
italiencane
latincanis
luxembourgeoisHond; Mupp
malaisanjing; asu; kuyuk
norvégienhund
papiamentokachó
polonaispies
portugaiscão
roumaincâine
russeсобака; пёс
scotsdug
souahélimbwa
sranandagu
suédoishund
tagalogaso
tchèquepes
thaïสุนัข; หมา
turcköpek
yidicheהונט