Información sobre la palabra doornemen (neerlandés → Esperanto: ripeti)

Sinónimos: herhalen, nazeggen, repeteren, naspelen

Categoría gramaticalverbo
Pronunciación/ˈdornemə(n)/
Separacióndoor·ne·men

Conjugación

Modo indicativo
PresentePasado
(ik) neem door(ik) nam door
(jij) neemt door(jij) nam door
(hij) neemt door(hij) nam door
(wij) nemen door(wij) namen door
(jullie) nemen door(jullie) namen door
(gij) neemt door(gij) naamt door
(zij) nemen door(zij) namen door
Modo subjuntivo
PresentePasado
(dat ik) doorneme(dat ik) doorname
(dat jij) doorneme(dat jij) doorname
(dat hij) doorneme(dat hij) doorname
(dat wij) doornemen(dat wij) doornamen
(dat jullie) doornemen(dat jullie) doornamen
(dat gij) doornemet(dat gij) doornamet
(dat zij) doornemen(dat zij) doornamen
Modo imperativo
Singular/PluralPlural
neem doorneemt door
Participios
Participio presenteParticipio pasado
doornemend, doornemende(hebben) doorgenomen

Traducciones

alemánwiederholen
catalánrepetir
checoopakovat; zopakovat
danésgentage
españolreiterar; repetir
esperantoripeti
feroéstaka upp aftur
finéstoistaa
francésrépéter
frisón de Saterlandwierhoalje
inglésrepeat; reenact; reiterate
italianoripetere
malayomengulangi; ulangi
noruegogjenta
papiamentoripití
polacopowtarzać
portuguésrecordar; reiterar; repetir
suecoupprepa