Información sobre la palabra dood (neerlandés → Esperanto: morto)

Sinónimos: heengaan, sterfgeval, verscheiden, ontslapen

Categoría gramaticalsustantivo
Pronunciación/dot/
Separacióndood
Géneromasculino
Caso genitivodoods

Muestras de uso

Heb je hen op de dood voorbereid?
Nu ga ik mijn dood tegemoet, zonder spijt en zonder schaamte.
Ik ken veel mensen die overtuigd zijn van een leven na de dood.
Om hem heen strekte zich de stad uit als een plaats des doods.
Het is een kwestie van leven en dood.
Carol maakt zich zorgen over de dood.
Deze laatste uren zullen me tot mijn dood toe bijblijven.
Ik zal wel dicht bij de dood hebben gestaan.

Traducciones

afrikáansafsterwe; dood; sterfte
albanésvdekje
alemánTod
bajo sajóndoud
catalánmort
checosmrt; úmrtí
danésdød
escocésdeith
españolmuerte
esperantomorto
francésmort
frisón de SaterlandDood
frisón occidentaldea
griego antiguoθάνατος
húngarohalál
inglésdeath
inglés antiguodeaþ
islandésdauði
italianomorte
latínfunus; letum; mors; obitus; Orcus
luxemburguésDoud
noruegodød
papiamentomorto
portuguésmorte; óbito
suecodöd
tagalokamátayan