Información sobre la palabra aanmoedigen (neerlandés → Esperanto: kuraĝigi)

Sinónimos: bemoedigen, stijven, opbeuren

Categoría gramaticalverbo
Pronunciación/ˈamudəɣə(n)/
Separaciónaan·moe·di·gen

Conjugación

Modo indicativo
PresentePasado
(ik) moedig aan(ik) moedigde aan
(jij) moedigt aan(jij) moedigde aan
(hij) moedigt aan(hij) moedigde aan
(wij) moedigen aan(wij) moedigden aan
(jullie) moedigen aan(jullie) moedigden aan
(gij) moedigt aan(gij) moedigdet aan
(zij) moedigen aan(zij) moedigden aan
Modo subjuntivo
PresentePasado
(dat ik) aanmoedige(dat ik) aanmoedigde
(dat jij) aanmoedige(dat jij) aanmoedigde
(dat hij) aanmoedige(dat hij) aanmoedigde
(dat wij) aanmoedigen(dat wij) aanmoedigden
(dat jullie) aanmoedigen(dat jullie) aanmoedigden
(dat gij) aanmoediget(dat gij) aanmoedigdet
(dat zij) aanmoedigen(dat zij) aanmoedigden
Modo imperativo
Singular/PluralPlural
moedig aanmoedigt aan
Participios
Participio presenteParticipio pasado
aanmoedigend, aanmoedigende(hebben) aangemoedigd

Traducciones

afrikáansaanmoedig
alemánermannen; ermutigen; aufmuntern; Mut machen
checopovzbudit; povzbuzovat
danésopmuntre
españolalentar; animar
esperantokuraĝigi
francésréconforter
frisón de SaterlandMoud ounbaale; ounreegje
frisón occidentaloanmoedigje; oantreastgje
inglésencourage; embolden
papiamentoapoyá
portuguésalentar; animar; encorajar
rusoбодрить