Información sobre la palabra wederhouden (neerlandés → Esperanto: reteni)

Sinónimos: detineren, inhouden, reserveren, terughouden, verbijten

Categoría gramaticalverbo
Pronunciación/ˈʋedərɦɑu̯də(n)/
Separaciónwe·der·hou·den

Conjugación

Modo indicativo
PresentePasado
(ik) hou weder, houd weder(ik) hield weder
(jij) houdt weder(jij) hield weder
(hij) houdt weder(hij) hield weder
(wij) houden weder(wij) hielden weder
(jullie) houden weder(jullie) hielden weder
(gij) houdt weder(gij) hieldt weder
(zij) houden weder(zij) hielden weder
Modo subjuntivo
PresentePasado
(dat ik) wederhoude(dat ik) wederhielde
(dat jij) wederhoude(dat jij) wederhielde
(dat hij) wederhoude(dat hij) wederhielde
(dat wij) wederhouden(dat wij) wederhielden
(dat jullie) wederhouden(dat jullie) wederhielden
(dat gij) wederhoudet(dat gij) wederhieldet
(dat zij) wederhouden(dat zij) wederhielden
Modo imperativo
Singular/PluralPlural
wederhou, wederhoudwederhoud
Participios
Participio presenteParticipio pasado
wederhoudend, wederhoudende(hebben) wederhouden

Muestras de uso

De adjudant zal mij niet lang wederhouden.

Traducciones

alemánzurückhalten
checozadržet
danésopholde
españolretener
esperantoreteni
feroéshalda eftir; halda frá; taka
francésréprimer
frisón de Saterlandtouräächhoolde
frisón occidentalôfhâlde
inglésdetain; hold back; retain; reserve; withhold
italianoritenere
portuguésdeter; reter