Información sobre la palabra nuttigen (neerlandés → Esperanto: manĝi)

Sinónimos: bikken, eten, maaltijden, vreten

Categoría gramaticalverbo
Pronunciación/ˈnɵtəɣə(n)/
Separaciónnut·ti·gen

Conjugación

Modo indicativo
PresentePasado
(ik) nuttig(ik) nuttigde
(jij) nuttigt(jij) nuttigde
(hij) nuttigt(hij) nuttigde
(wij) nuttigen(wij) nuttigden
(jullie) nuttigen(jullie) nuttigden
(gij) nuttigt(gij) nuttigdet
(zij) nuttigen(zij) nuttigden
Modo subjuntivo
PresentePasado
(dat ik) nuttige(dat ik) nuttigde
(dat jij) nuttige(dat jij) nuttigde
(dat hij) nuttige(dat hij) nuttigde
(dat wij) nuttigen(dat wij) nuttigden
(dat jullie) nuttigen(dat jullie) nuttigden
(dat gij) nuttiget(dat gij) nuttigdet
(dat zij) nuttigen(dat zij) nuttigden
Modo imperativo
Singular/PluralPlural
nuttignuttigt
Participios
Participio presenteParticipio pasado
nuttigend, nuttigende(hebben) genuttigd

Muestras de uso

Ze reden nog een uur en hielden toen halt om de paarden te laten uitrusten en een koud maal te nuttigen.
Natuurlijk wilt u ook iets nuttigen.
Toen hij om kwart over elf een kop koffie met een taart zat te nuttigen, werd de deur van de gelagkamer geopend en trad een verslaggever binnen.
Het is om een veelheid van redenen raadzaam alleen etenswaren te nuttigen die door het hotel worden geserveerd.

Traducciones

afrikáanseet
albanésha
alemánessen; fressen; genießen; speisen
bajo sajóneaten
cabileñoecc
catalánmenjar
criolla jamaiquinaiit; nyam
checojíst
danésæde; spise
escocéseat
españolcomer
esperantomanĝi
feroéseta
finéssyödä
francésdéjeuner; manger
frisón de Saterlandfreete; genäite; iete; spiesje
frisón occidentalite; frette
gaélico escocésith
galésbwyta
hawaianohoʻopiha; ʻai; ʻai iho
húngaroeszik
ingléseat
inglés antiguoetan
islandéséta
italianomangiare
latínedere
luxemburguésiessen
malayomakan; memakan
noruegoete; spise
papiamentokome
polacojeść
portuguéscomer
rumanomânca
rusoесть; обедать; пообедать; съесть; кушать
sranan tongonyan
suajili‐la
suecospisa; äta
tailandésกินอาหาร; รับประทาน; กิน; กินข้าว; ทาน; ทานข้าว
turcoyemek
yidisעסן; אַכלען