Información sobre la palabra wegnemen (neerlandés → Esperanto: depreni)

Sinónimos: afhalen, afnemen, rissen, ritsen

Categoría gramaticalverbo
Pronunciación/ˈʋɛxnemə(n)/
Separaciónweg·ne·men

Conjugación

Modo indicativo
PresentePasado
(ik) neem weg(ik) nam weg
(jij) neemt weg(jij) nam weg
(hij) neemt weg(hij) nam weg
(wij) nemen weg(wij) namen weg
(jullie) nemen weg(jullie) namen weg
(gij) neemt weg(gij) naamt weg
(zij) nemen weg(zij) namen weg
Modo subjuntivo
PresentePasado
(dat ik) wegneme(dat ik) wegname
(dat jij) wegneme(dat jij) wegname
(dat hij) wegneme(dat hij) wegname
(dat wij) wegnemen(dat wij) wegnamen
(dat jullie) wegnemen(dat jullie) wegnamen
(dat gij) wegnemet(dat gij) wegnamet
(dat zij) wegnemen(dat zij) wegnamen
Modo imperativo
Singular/PluralPlural
neem wegneemt weg
Participios
Participio presenteParticipio pasado
wegnemend, wegnemende(hebben) weggenomen

Traducciones

alemánabholen; abnehmen
españolquitar; restar
esperantodepreni
feroéstaka av
francésprélever; retrancher
frisón de Saterlandouhoalje; ounieme
ingléstake away
papiamentokita
portuguésdescontar; tirar