Información sobre la palabra schrijven (neerlandés → Esperanto: komponi)

Sinónimos: componeren, samenstellen

Categoría gramaticalverbo
Pronunciación/ˈsxrɛi̯və(n)/
Separaciónschrij·ven

Conjugación

Modo indicativo
PresentePasado
(ik) schrijf(ik) schreef
(jij) schrijft(jij) schreef
(hij) schrijft(hij) schreef
(wij) schrijven(wij) schreven
(jullie) schrijven(jullie) schreven
(gij) schrijft(gij) schreeft
(zij) schrijven(zij) schreven
Modo subjuntivo
PresentePasado
(dat ik) schrijve(dat ik) schreve
(dat jij) schrijve(dat jij) schreve
(dat hij) schrijve(dat hij) schreve
(dat wij) schrijven(dat wij) schreven
(dat jullie) schrijven(dat jullie) schreven
(dat gij) schrijvet(dat gij) schrevet
(dat zij) schrijven(dat zij) schreven
Modo imperativo
Singular/PluralPlural
schrijfschrijft
Participios
Participio presenteParticipio pasado
schrijvend, schrijvende(hebben) geschreven

Muestras de uso

En natuurlijk schrijf ik ook liederen.

Traducciones

afrikáanskomponeer
alemánkomponieren; bilden
cataláncompondre
españolcomponer
esperantokomponi
finéssäveltää
francéscomposer
ingléscompose
malayokarang … mengarang
papiamentokomponé
polacokomponować
portuguéscompor
suecokomponera