Nederlands–Engels woordenboek
Engelse vertaling van het Nederlandse woord zich uitstrekken naar
Nederlands | Engels (indirect vertaald) | Esperanto |
---|---|---|
(rekken; strekken; uitbreiden; uitsteken) | ; ; stretch out | |
🔗 Toen strekte Taurus een hand uit en greep de rand, trok zich op en werkte zich eroverheen. |
Nederlands | Engels |
---|---|
zich uitstrekken naar | ⇆ stretch away to; ⇆ stretch away towards |
uitstrekken | ⇆ extend; ⇆ reach; ⇆ stretch; ⇆ stretch forth; ⇆ stretch out; ⇆ reach out |