Nederlands–Engels woordenboek
Engelse vertaling van het Nederlandse woord werking
Nederlands | Engels (indirect vertaald) | Esperanto |
---|---|---|
werking | operation ; | |
werking (effect; uitwerking) | effect ; | |
buiten werking stellen (afzetten) | shut off ; ; switch off ; | |
(van kracht worden) | ||
🔗 Na goedkeuring van het Europese en het Japanse parlement kan het verdrag begin volgend jaar in werking treden. | ||
🔗 De meeste van deze bijwerkingen gaan binnen 2 weken over. | ||
; cooperation | ||
handiwork | ||
🔗 Dit is het werk van de Heilige Geest. | ||
(arbeid; emplooi; karwei) | ; | |
🔗 Ik was nog niet tot werk in staat. | ||
tow ; oakum | ||
(boekwerk; opus) | ||
🔗 Naast al deze geschreven werken bevatte de grote bibliotheek echter nog veel meer. |
Nederlands | Engels |
---|---|
werking | ⇆ action; ⇆ agency; ⇆ effect; ⇆ effectiveness; ⇆ operation |
buiten werking stellen | ⇆ abolish; ⇆ deactivate; ⇆ set aside; ⇆ supersede |
in werking treden | ⇆ become operative; ⇆ come into force; ⇆ take effect |
bijwerking | ⇆ retouch; ⇆ side‐effect |
marktwerking | ⇆ market forces |
medewerking | ⇆ collaboration; ⇆ concurrence; ⇆ cooperation; ⇆ instrumentality; ⇆ ministration |
tegenwerking | ⇆ contrariety; ⇆ opposition |
werk | ⇆ avocation; ⇆ business; ⇆ char; ⇆ chore; ⇆ doing; ⇆ employ; ⇆ employment; ⇆ fabric; ⇆ job; ⇆ labour; ⇆ motion; ⇆ oakum; ⇆ opus; ⇆ performance; ⇆ pursuits; ⇆ work; ⇆ stint; ⇆ tow |