Nederlands–Engels woordenboek

Engelse vertaling van het Nederlandse woord weersvoorspeller

Nederlands → Engels
  
NederlandsEngels (indirect vertaald)Esperanto
voorspeller
(profeet; voorzégger)
(nogmaals; nog eens)
(weder)
🔗 De transportsector zit in zwaar weer.
(alweer; nogmaals; opnieuw; andermaal; weder);
🔗 Weer grijnsde de stroper.

NederlandsEngels
weersvoorspeller weather forecaster
voorspeller diviner; predictor; prophet
weer again; once again; weather; weir