Nederlands–Engels woordenboek

Engelse vertaling van het Nederlandse woord weekhartig

Nederlands → Engels
  
NederlandsEngels (indirect vertaald)Esperanto
🔗 Langzaam gingen ze verder, naar het hart van de ruïne.
🔗 Haar hart bonsde.
(mals; murw; zacht)
🔗 Of ben ik toch te week geweest?
🔗 Maar dat kon je niet elke week volhouden.
🔗 Een week na dit gesprek werd hij werkelijk ziek.
weekhartigheid
(tederheid; teerhartigheid; teerheid)
tenderness

NederlandsEngels
weekhartig soft‐hearted
hart bowels; core; heart; heartland
week flabby; namby‐pamby; week; soft; squashy