Nederlands–Engels woordenboek

Engelse vertaling van het Nederlandse woord visboer

Nederlands → Engels
  
NederlandsEngels (indirect vertaald)Esperanto
(vishandelaar; visverkoper)
🔗 De rekening van de visboer schijnt niet juist te zijn en ik moet die even nagaan.
(landman; plattelander; boerenkinkel);
countryman
(oprisping);
burp
🔗 „Het is een drama”, verzucht boer Henk Nieboer uit Zuidbroek.
🔗 Ook voor de meeste vissen is de lente het voortplantingsseizoen.
🔗 Als het op vis aankomt, zijn we hier op ons best!

NederlandsEngels
visboer fish‐hawker; fishmonger
boer belch; boor; burp; churl; countryman; eructation; farmer; jack; knave; peasant; rustic; yokel
vis fish