Nederlands–Engels woordenboek

Engelse vertaling van het Nederlandse woord uitpikken

Nederlands → Engels
  
NederlandsEngels (indirect vertaald)Esperanto
(kiezen; uitkiezen; uitlezen; uitzoeken)
pick out
(priemen; prikken; steken);
;
put up with
; ; ; ; ; ;
(snaaien)
pinch
ŝteleti
(op; van; vanuit);
🔗 Hij liep snel het hotel uit.
(aan; door; met; om; van; vanwege; voor; wegens); ; ;
🔗 Dat deed hij uit berekening.
(over; voort; weg; verwijderd);
🔗 Zij zijn het grootste gedeelte van de dag uit.
;
🔗 De lampen waren uit.

NederlandsEngels
uitpikken peck out; pick off; pick out; select; single out
pikken buy; dab; filch; flog; grab; peck; pick; pilfer; pitch; prick; bag
uit done; for; forth; off; out; out of; over; through; in a spirit of; from; from among; in