Nederlands–Engels woordenboek

Engelse vertaling van het Nederlandse woord treuzelaar

Nederlands → Engels
  
NederlandsEngels (indirect vertaald)Esperanto
(dralen; leuteren; talmen; teuten; toeven);

NederlandsEngels
treuzelaar dawdler; laggard; loiterer; slacker; slowcoach; slowpoke
treuzelen dally; dawdle; dilly‐dally; loiter; shilly‐shally; linger