Nederlands–Engels woordenboek

Engelse vertaling van het Nederlandse woord taalfout

Nederlands	Engels (indirect vertaald)	Esperanto
fout (gebrek)	defect ; flaw	neperfektaĵo
fout (foutief; onjuist; verkeerd)	erroneous ; wrong	erara
fout (verkeerd)	incorrectly	malĝuste
fout (abuis; dwaling; vergissing)	error ; mistake ; fault	eraro
🔗 Ze maken maar weinig fouten.
fout (mis; onjuist; verkeerd)	wrong	malĝusta
taal	language ; tongue	lingvo
🔗 Welke taal spreken ze?
taal	language	lingvo
🔗 O, dat is de taal van zakenlieden onder elkaar.

Nederlands	Engels
taalfout	⇆ grammatical error; ⇆ solecism
fout	⇆ slip‐up; ⇆ blemish; ⇆ defect; ⇆ demerit; ⇆ erratum; ⇆ erroneous; ⇆ erroneously; ⇆ error; ⇆ failing; ⇆ failure; ⇆ fault; ⇆ flaw; ⇆ lapse; ⇆ mistake; ⇆ solecism; ⇆ vice; ⇆ wrong; ⇆ trip
taal	⇆ language; ⇆ parlance; ⇆ speech; ⇆ tongue; ⇆ vernacular language; ⇆ vernacular