Nederlands–Engels woordenboek

Engelse vertaling van het Nederlandse woord roos

Nederlands → Engels
  
NederlandsEngels (indirect vertaald)Esperanto
dandruff
kaphaŭteroj
🔗 In de tuin was Janus bezig rozen af te snijden.
Gelderse roos
(balroos)
guelder‐rose
onder de roos
(sub rosa)
confidentially
konfidence
(vast slapen)
sleep heavily
🔗 Vijf minuten later sliep hij als een roos.
field rose
kampa rozujo
rhododendron
(Gelderse roos)
guelder‐rose
shingles
dog‐rose
;
common brier
;
dog‐brier
;
canker
;
dogberry
;
brier
Christmas rose
;
black hellebore
nettle‐rash
(pioen)
peony
;
rugosa rose
;
ramanas rose
;
beach rose
(rozig)
🔗 De twee mannen keken toe terwijl de Aarde tor een rooskleurige sikkel kromp.
(rozelaar)
(rozeboom; rozestruik)
rosary
🔗 Haar vingers waren met de rozenkrans bezig.
rozenolie
attar of roses
(rozelaar)
🔗 De rozestruiken waren echter het grootste probleem.
;
rose
roza
(rooskleurig)
hollyhock

NederlandsEngels
roos bull; bull’s eye; card; compass‐card; dandriff; dandruff; erysipelas; rose; scurf
een schot in de roos a bull’s eye
geen rozen zonder doornen no rose without a thorn
Gelderse roos guelder‐rose; snowball bush; water elder; cramp bark; European cranberry bush
in de roos schieten strike home
onder de roos under the rose; in secret
op rozen zitten be on a bed of roses
slapen als een roos sleep like a top
zijn pad gaat niet over rozen his path is not strewn with roses
zijn weg gaat niet over rozen his life is not a bed of roses
alpenroos alpenrose
duinroos dune‐rose; Scotch rose
gordelroos shingles
hondsroos bird brier; bramble rose; brier; brier hip; brier rose; canker; canker rose; cankerberry; cat whin; common brier; dog‐brier; dog‐rose; dogberry; hep‐tree; sweet brier; wild brier; witches’ brier
kerstroos black hellebore; Christmas rose
klimroos rambler; climbing rose
mosroos moss‐rose
netelroos hives; nettle‐rash; urticaria
pioenroos peony
rimpelroos Japanese rose; rugosa rose; ramanas rose; beach rose
roosachtig rose‐like
rooskleur rose colour
rooskleurig bright; roseate; rose‐coloured; rose‐tinted; rosy
roosvenster rose‐window
rosarium rosary
rozeblad rose‐leaf; rose‐petal
rozeboom rose‐tree
rozebottel hip; rose‐hip
rozegeur scent of roses
rozehout blackwood; palisander; rosewood
rozeknop rose‐bud
rozelaar rosebush; rose‐tree
rozenbed bed of roses
rozenhoedje chaplet
rozenkrans chaplet; rosary; garland of roses
rozenkweker rose‐grower
rozenobel rose noble
rozenolie attar; ottar; oil of roses; attar of roses
rozentuin rosary; rose‐garden
rozenwater rose‐water
rozestruik rosebush
rozig roseate
stamroos standard rose
stokroos hollyhock; common hollyhock
theeroos tea‐rose