Nederlands–Engels woordenboek
Engelse vertaling van het Nederlandse woord roerloosheid
| Nederlands | Engels (indirect vertaald) | Esperanto |
|---|---|---|
| (bewegingloosheid; stilstand; strakheid) | deadlock ; immobility ; inaction ; stagnation ; stillness | |
🔗 Zijn roerloosheid was dreigend. | ||
| (bewegingloos; onbeweeglijk) | motionless | |
🔗 Snel sprong de Belg over het roerloze lichaam van zijn vroegere gastheer heen. | ||
| (bewegingloos; onbeweeglijk) | ||
🔗 Zo bleef hij roerloos zitten. | ||
| Nederlands | Engels |
|---|---|
| roerloos | ⇆ impassive; ⇆ motionless; ⇆ rudderless |