Nederlands–Engels woordenboek

Engelse vertaling van het Nederlandse woord opwelling

Nederlands → Engels
  
NederlandsEngels (indirect vertaald)Esperanto
(aandrang; aandrift; drang; impuls)
🔗 Ze gaf aan een plotselinge opwelling gehoor en liep hem achterna.
(ontspringen; wellen)
well up
;
🔗 Voor hen welde een kleine bron op, stroomde tussen wat armetierige bomen door en verdween in een mosgroene geul.
spout
elŝpruci

NederlandsEngels
opwelling access; ebullition; flash; flush; impulse; impulsion; movement; uprush; upsurge
opwellen well; well forth; well up; well out