Nederlands–Engels woordenboek
Engelse vertaling van het Nederlandse woord maaltijd
Nederlands | Engels (indirect vertaald) | Esperanto |
---|---|---|
(eten) | ||
🔗 Toen de maaltijd ten einde liep, stond de heer Dickerdack op om een toespraak te houden. | ||
(avondeten; avondmaal; diner) | ; | |
🔗 Na de avondmaaltijd richtten wij ons kamp in, alsof wij aan geen gevaar dachten. | ||
(banket; feestmaal; festijn; smulpartij) | ; | |
🔗 Zo was er die avond weer een feestmaaltijd in Slot Bommelstein. | ||
dinner | ||
🔗 Het avondeten was onze dagelijkse hoofdmaaltijd. | ||
convenience food | antaŭpreparita manĝo | |
(keer; reis) | ||
🔗 We hebben elkaar een paar maal op een feestje ontmoet. | ||
(bikken; eten; nuttigen; vreten) | ; ; have a meal | |
🔗 Om deze tijd maaltijd ik meestal. | ||
(ontbijt; ochtendmaal) | ||
🔗 Direct na de ochtendmaaltijd maakten Gersen, Navarth en Lerand Wible een wandeling langs het kanaal dat achter het hotel liep. |
Nederlands | Engels |
---|---|
maaltijd | ⇆ feed; ⇆ meal; ⇆ repast; ⇆ table |
dat is mosterd na de maaltijd | ⇆ it is too late to be of any use |
afhaalmaaltijd | ⇆ takeaway; ⇆ takeaway meal |
diepvriesmaaltijd | ⇆ convenience food; ⇆ frozen dinner; ⇆ TV dinner |
eenpansmaaltijd | ⇆ casserole; ⇆ one‐dish meal |
feestmaaltijd | ⇆ banquet; ⇆ feast |
kant‐en‐klaarmaaltijd | ⇆ convenience food |
maal | ⇆ feed; ⇆ meal; ⇆ repast; ⇆ time |
ochtendmaaltijd | ⇆ breakfast |