Nederlands–Engels woordenboek

Engelse vertaling van het Nederlandse woord kerel

Nederlands → Engels
  
NederlandsEngels (indirect vertaald)Esperanto
;
lowlife
;
pervert
🔗 Wat heb ik een hekel aan die kerel!
(gast; gozer; knul; sujet; vent); ;
🔗 Betaal deze kerel zijn loon en dan kan hij gaan.
(man; vent);
🔗 „Als we meer van zulke kerels hadden,” merkte hij op, „dan hadden we de oorlog al lang gewonnen.”

NederlandsEngels
kerel beggar; bird; blighter; bloke; bouncer; buffer; buster; chap; cookie; cove; cuss; devil; dog; dude; fella; fellow; guy; jack; josser; wallah; wight
snertkerel bastard; swine; rotter