Nederlands–Engels woordenboek

Engelse vertaling van het Nederlandse woord gezinsgrootte

Nederlands → Engels
  
NederlandsEngels (indirect vertaald)Esperanto
(familie; huisgezin)
🔗 ’s Zondags wandelden we met het gezin in het bos.
(omvang; uitgebreidheid);
extent
(grootheid);
(maat; mate)
measure
;
measurement
;
🔗 Wanneer de grootte en de hoeveelheid van de producten op de indiaanse akkers een aanwijzing vormden, dan waren die Seneca’s betere landbouwers dan de meeste kolonisten.

NederlandsEngels
gezinsgrootte family size
gezin family; home; household; nuclear family
grootte ampleness; bigness; bulk; bulkiness; dimension; height; largeness; magnitude; size; stature; greatness; extent