Nederlands–Engels woordenboek
Engelse vertaling van het Nederlandse woord gebuur
Nederlands | Engels (indirect vertaald) | Esperanto |
---|---|---|
(buur; buurman; nabuur) | ||
🔗 Iedereen heeft wel eens last met zijn gebuur, bijvoorbeeld omwille van een hond die te veel blaft, omdat de televisie of de radio te luid staat, enzovoort. | ||
(buurman; nabuur) | ||
🔗 Ik heb de buren beloofd hun kat te eten te geven. |
Nederlands | Engels |
---|---|
gebuur | ⇆ neighbour |
buur | ⇆ borderer; ⇆ neighbour |