Nederlands–Engels woordenboek
Engelse vertaling van het Nederlandse woord gebieder
Nederlands | Engels (indirect vertaald) | Esperanto |
---|---|---|
(baas; chef; gezagvoerder) | ||
(heerser) | ; | |
(bevelen; gelasten; verordenen; voorschrijven; verordonneren; ordonneren) | ; ; | |
🔗 Zijn godsdienst gebood hem zijn vijand te vergeven. |
Nederlands | Engels |
---|---|
gebieder | ⇆ lord; ⇆ master; ⇆ ruler |
gebieden | ⇆ bid; ⇆ command; ⇆ dictate; ⇆ order |