Nederlands–Engels woordenboek

Engelse vertaling van het Nederlandse woord foutloos

Nederlands → Engels
  
NederlandsEngels (indirect vertaald)Esperanto
(feilloos)
(gebrek);
(foutief; onjuist; verkeerd)
erroneous
;
(verkeerd)
incorrectly
malĝuste
(abuis; dwaling; vergissing)
error
; ;
🔗 Ze maken maar weinig fouten.
(mis; onjuist; verkeerd)

NederlandsEngels
foutloos faultless; faultlessly; impeccable; perfect; perfectly
fout slip‐up; blemish; defect; demerit; erratum; erroneous; erroneously; error; failing; failure; fault; flaw; lapse; mistake; solecism; vice; wrong; trip