Nederlands–Engels woordenboek
Engelse vertaling van het Nederlandse woord feestvierder
Nederlands | Engels (indirect vertaald) | Esperanto |
---|---|---|
reveller | ||
🔗 Op dit late uur waren er geen feestvierders meer. | ||
(fuiven; vieren; feesten) | ||
🔗 Nu vieren we hier feest. |
Nederlands | Engels |
---|---|
feestvierder | ⇆ feaster |
feestvieren | ⇆ celebrate; ⇆ feast; ⇆ make merry |