Nederlands–Engels woordenboek

Engelse vertaling van het Nederlandse woord betekenen

Nederlands	Engels (indirect vertaald)	Esperanto
betekenen (beduiden)	mean ; signify	signifi
🔗 Dat betekent dat ik order heb om dit gebouw zo nodig met de grond gelijk te maken!
betekenis (belang; belangrijkheid; gewicht)	importance ; significance ; import ; consequence	graveco
🔗 Hun betekenis voor Europa is gering.
betekenis (zin)	meaning ; sense	senco
betekenis (zin; strekking)	meaning	signifo
🔗 Ook kan een en hetzelfde werkwoord in zeer verschillende betekenissen gebruikt worden.
onbetekenend (beuzelachtig; onbeduidend)	insignificant ; trifling	bagatela
onbetekenend (onbeduidend)	insignificant	sensignifa
teken (symptoom; verschijnsel)	symptom	simptomo
teken (bewijs; blijk; merkteken; signaal; wenk)	mark ; sign	signo
🔗 Dit is het teken van het verbond,
teken	character	karaktro
🔗 Maar even later vergat hij dat teken, toen hij een nieuwe scherpe geur in de van stank vervulde lucht onderscheidde.
teken	sign	signo
🔗 De tekens voorspellen weinig goeds
teken	sign	pruvosigno
🔗 Hij trof er niemand aan, maar wel alle tekenen van een uitgebreid en haastig ontbijt.
veelbetekenend (betekenisvol; veelzeggend)	significant ; meaningful	signifoplena
🔗 Zijn uitgestoken hand was veelbetekenend.
veelbetekenend (veelzeggend; betekenisvol)	meaningfully	signifoplene
🔗 Hij keek de kok veelbetekenend aan.

Nederlands	Engels
betekenen	⇆ be significative of; ⇆ betoken; ⇆ bode; ⇆ import; ⇆ mean; ⇆ portend; ⇆ serve upon; ⇆ serve with; ⇆ signify; ⇆ spell
het heeft niets te betekenen	⇆ it does not matter; ⇆ it does not signify
het heeft weinig te betekenen	⇆ it does not amount to much; ⇆ it is nothing much; ⇆ it is of no importance
iemand een exploot betekenen	⇆ serve a summons on somebody; ⇆ serve a warrant on somebody; ⇆ serve a writ on somebody; ⇆ serve a writ upon somebody
wat heeft dat te betekenen?	⇆ what does it all mean?
wat heeft dit te betekenen?	⇆ what’s this?
betekenis	⇆ bearing; ⇆ consequence; ⇆ import; ⇆ importance; ⇆ imports; ⇆ meaning; ⇆ note; ⇆ purport; ⇆ relevance; ⇆ relevancy; ⇆ sense; ⇆ significance; ⇆ signification; ⇆ acceptation; ⇆ pregnancy
onbetekenend	⇆ footling; ⇆ insignificant; ⇆ trifling; ⇆ unimportant; ⇆ inconsiderable
teken	⇆ ensign; ⇆ indication; ⇆ intimation; ⇆ mark; ⇆ marker; ⇆ note; ⇆ portent; ⇆ print; ⇆ sign; ⇆ token; ⇆ signal; ⇆ signature; ⇆ symbol; ⇆ symptom
veelbetekenend	⇆ eloquent; ⇆ knowing; ⇆ knowingly; ⇆ meaning; ⇆ meaningful; ⇆ pregnant; ⇆ pregnantly; ⇆ significant; ⇆ significative; ⇆ suggestive; ⇆ significantly; ⇆ meaningly