Nederlands–Engels woordenboek

Engelse vertaling van het Nederlandse woord afscheidsbezoek

Nederlands → Engels
  
NederlandsEngels (indirect vertaald)Esperanto
(adieu; vaarwel; afscheidsgroet);
🔗 Hun afscheid was kort.
(visite);
🔗 Mag ik vragen naar de reden van uw bezoek?

NederlandsEngels
afscheid adieu; adieus; congé; farewell; goodbye; leave; leavetaking; parting; valediction
bezoek attendance; company; going; visit; call; visitor; visitors; guests; visitation

Het woord afscheidsbezoek kon door ons niet in de geselecteerde doeltaal vertaald worden.