Nederlands–Engels woordenboek

Engelse vertaling van het Nederlandse woord afhandelen

Nederlands → Engels
  
NederlandsEngels (indirect vertaald)Esperanto
(afdoen; afwikkelen)
conclude
;
dispatch
;
🔗 Die kwestie is toch al jaren geleden afgehandeld.
(beslechten)
conclude
;
dispatch
;
findecidi
(doen; optreden; te werk gaan)
(handeldrijven)
(doen; optreden; te werk gaan)
🔗 Waar gaan we in handelen?

NederlandsEngels
afhandelen conclude; dispatch; field; settle
handelen act; deal; proceeding; trade