Nederlands–Engels woordenboek
Engelse vertaling van het Nederlandse woord Oudheid
Nederlands | Engels (indirect vertaald) | Esperanto |
---|---|---|
🔗 We kennen ze al vanaf de oudheid. | ||
Antiquity | ||
🔗 De zouten van zwavelzuur, de sulfaten, waren reeds in de Oudheid bekend. | ||
; | ||
🔗 Ze kon niet ouder zijn dan negentien. | ||
(muf; oudbakken) | stale | |
(bejaard) | ; | |
🔗 Ik ben ouder geworden. | ||
; | ||
🔗 Oud en versleten waren de treden van deze trap. | ||
(gewezen; vroeger) | ||
🔗 Dit is de ingang van een oud vliegveld. | ||
(aloud; antiek; ouderwets) | ; ; | |
🔗 De beginselen van het kaarten ontwerpen waren reeds aan de oude Grieken bekend. | ||
🔗 Of iemand had gehoord „van iemand die het weten kon” dat kauwgom van oude fietsbinnenbanden werd gemaakt. | ||
🔗 Ze stonden op het punt het oude wiel in de greppel te gooien toen ze jou zagen komen. | ||
(archeologie) |
Nederlands | Engels |
---|---|
oudheid | ⇆ antiquity; ⇆ oldness |
Oudheid | ⇆ Antiquity |
oud | ⇆ aged; ⇆ ancient; ⇆ antique; ⇆ archaic; ⇆ back; ⇆ beaten up; ⇆ classical; ⇆ hoary; ⇆ inveterate; ⇆ long‐standing; ⇆ long‐time; ⇆ of age; ⇆ old; ⇆ old‐time; ⇆ olden; ⇆ ripe; ⇆ veteran; ⇆ stale; ⇆ of long standing; ⇆ second‐hand; ⇆ venerable; ⇆ former; ⇆ old‐established |
oudheidkenner | ⇆ antiquarian; ⇆ antiquary |
oudheidkunde | ⇆ archaeology; ⇆ palaeology |