Engels–Nederlands woordenboek

Nederlandse vertaling van het Engelse woord which

Nederlands/Engels
Engels → Nederlands
  
EngelsNederlands (indirect vertaald)Esperanto
(who; which one);
🔗 Which is captain Mainwaring?
(what)
(that; what);
🔗 Lead is a heavy metal that is very toxic, which explains why its use is being restricted more and more.
(who);
🔗 There are mixed signals over Russia’s plans for the key city of Cherson, which it has occupied since the early days of the war.
(who; that);
🔗 Mr. Gove sought to downplay the rôle which will be played by EU officials under the new arrangements.
(who);
(of which)
van wie
🔗 Tell me about the land from which you come.
in which
(wherein)
whichever
(whoever; whatsoever; anyone; anybody)
onverschillig wie
;
welk dan ook
;
wie dan ook
;

EngelsNederlands
which⇆ dat; ⇆ dewelke; ⇆ die; ⇆ hetgeen; ⇆ hetwelk; ⇆ wat; ⇆ welk; ⇆ welke; ⇆ wie
from which⇆ waaruit
in which⇆ waarbij; ⇆ waarbinnen; ⇆ waarin
know which is which⇆ ze uit elkaar kennen
tell which is which⇆ uit elkaar houden
you can’t tell which is which⇆ men kan ze niet uit elkaar houden
whichever⇆ welke dan ook