Engels–Nederlands woordenboek
Nederlandse vertaling van het Engelse woord travelling‐allowance
Engels | Nederlands (indirect vertaald) | Esperanto |
---|---|---|
(leniency) | ; ; ; toegeeflijkheid | |
(income; return; revenue; annuity) | ||
(alimony; maintenance; aliment) | ||
(admission; admittance) | toelating | |
travelling | ; |
Engels | Nederlands |
---|---|
travelling‐allowance | ⇆ reiskostenvergoeding; ⇆ reistoelage |
allowance | ⇆ aandeel; ⇆ bijslag; ⇆ deel; ⇆ een toelage verlenen; ⇆ korting; ⇆ op rantsoen stellen; ⇆ portie; ⇆ rabat; ⇆ rantsoen; ⇆ reductie; ⇆ refactie; ⇆ tegemoetkoming; ⇆ toegevendheid; ⇆ toelage; ⇆ toelating; ⇆ toestaan; ⇆ tolerantie; ⇆ vergoeding; ⇆ vergunning; ⇆ verlof |
travelling | ⇆ gereis; ⇆ reis; ⇆ reizen; ⇆ reizend |