Engels–Nederlands woordenboek

Nederlandse vertaling van het Engelse woord tourist season

Engels → Nederlands
  
EngelsNederlands (indirect vertaald)Esperanto
(flavour)
; ;
(harden; temper; steel; toughen)
(spice; flavour)
spici
🔗 The tourists have long stopped coming.

EngelsNederlands
tourist season toeristenseizoen
season bronsttijd; drogen; drukke tijd; gewennen; goed laten drogen; jaargetij; jaargetijde; jachtseizoen; konfijten; kruiden; rijp laten worden; rijp worden; seizoen; smakelijk maken; temperen; tijd; tijdperk; toebereiden
tourist toerist; toeristisch