Engels–Nederlands woordenboek
Nederlandse vertaling van het Engelse woord to the inconvenience of
Engels | Nederlands (indirect vertaald) | Esperanto |
---|---|---|
inconvenience (annoyance; bother; encumbrance; impediment) | ; ; ; ; | |
inconvenience (trouble; annoyance; bother; hassle; irritant) | ||
inconvenience (disturb; hinder; trouble; annoy; encumber; hassle; irritate; hamper) | ; |
Engels | Nederlands |
---|---|
to the inconvenience of | ⇆ tot overlast van |
inconvenience | ⇆ derangeren; ⇆ hinderen; ⇆ in ongelegenheid brengen; ⇆ lastig vallen; ⇆ ongelegenheid; ⇆ ongemak; ⇆ ongerief; ⇆ ongeriefelijkheid; ⇆ ongerieflijkheid; ⇆ overlast; ⇆ tot last zijn |