Engels–Nederlands woordenboek
Nederlandse vertaling van het Engelse woord time will tell
Engels | Nederlands (indirect vertaald) | Esperanto |
---|---|---|
(command; order; dictate; direct) | ; | |
🔗 I am told to go away. | ||
(relate; narrate; recount) | ; | |
🔗 What you can tell them is all I know. | ||
(say) | ; | |
🔗 She was about to tell her so when Logain himself appeared, closing the door behind him. | ||
(occasion) | ; | |
🔗 Many times had Maziran tried to take her. | ||
(period) | ||
(course; length; space; span; duration) | ||
🔗 Then they waited in silence for what seemed a long time. | ||
(instant; moment) | ||
(chance; event; occurrence; opportunity; instance; occasion; case) | ; | |
(hour) | ||
kronometri | ||
🔗 Time has taught them no wisdom? | ||
🔗 That doesn’t leave me much time. | ||
🔗 At the exact centre longitude of a time zone, the phenomenon occurs exactly at noon, local time. | ||
(while) | ; | |
🔗 After some time he felt for his pipe. | ||
🔗 Putin’s war is creating more troubles at the worst possible time. |
Engels | Nederlands |
---|---|
time will tell | ⇆ de tijd zal het leren |
tell | ⇆ aanpakken; ⇆ bevelen; ⇆ effect hebben; ⇆ gelasten; ⇆ herkennen; ⇆ indruk maken; ⇆ kennen; ⇆ klikken; ⇆ mededelen; ⇆ meedelen; ⇆ melden; ⇆ onderrichten; ⇆ onderscheiden; ⇆ onthullen; ⇆ overbrieven; ⇆ oververtellen; ⇆ pakken; ⇆ refereren; ⇆ uitwerking hebben; ⇆ verhalen; ⇆ verklikken; ⇆ vermelden; ⇆ vertellen; ⇆ verwittigen; ⇆ waarschuwen; ⇆ zeggen; ⇆ zien; ⇆ zijn invloed doen gelden |
time | ⇆ dateren; ⇆ de duur bepalen van; ⇆ de maat aangeven bij; ⇆ de maat slaan; ⇆ de maat slaan bij; ⇆ de tijd bepalen van; ⇆ de tijd opnemen; ⇆ het ogenblik kiezen voor; ⇆ keer; ⇆ klokken; ⇆ maal; ⇆ maat; ⇆ poos; ⇆ reis; ⇆ stond; ⇆ tempo; ⇆ termijn; ⇆ tijd; ⇆ tijdmaat; ⇆ tijdstip; ⇆ timen; ⇆ uitmikken |