Engels–Nederlands woordenboek

Nederlandse vertaling van het Engelse woord stranger

Engels → Nederlands
  
EngelsNederlands (indirect vertaald)Esperanto
(outsider; alien); ;
🔗 And if a stranger were in your country you would know it?
(alien; foreign; extraneous)
(odd; peculiar; curious; weird; queer; off‐beat; funny; outlandish); ; ; ; ;
🔗 Then a strange thing happened.
(unknown; obscure; unfamiliar)

EngelsNederlands
stranger derde; onbekende; vreemde; vreemdeling
be a stranger to fear geen vrees kennen
be no stranger to somebody iemand niet vreemd zijn
be quite a stranger zich nooit laten zien
he is an utter stranger to … alle … is hem vreemd
I am a stranger here ik ben hier niet bekend; ik ben hier vreemd
strangers’ gallery publieke tribune
strange bijzonder; eigenaardig; onbekend; ongewoon; onwennig; raar; vreemd; vreemdsoortig; zonderbaar; zonderling