Engels–Nederlands woordenboek
Nederlandse vertaling van het Engelse woord stagger with sleep
Engels | Nederlands (indirect vertaald) | Esperanto |
---|---|---|
(be asleep) | ; | |
🔗 She slept. | ||
slaap | ||
stagger (amaze; astonish) | ; ; | |
stagger (hesitate; waver; falter; rock; totter; vacillate; wobble; lurch) | ; | |
stagger (stumble) | duonfali | |
stagger (appal; dismay; puzzle; alarm; dumbfound; stun; stupefy; disconcert; startle; take aback; astound; unnerve; upset; discomfit) | ; ; ; ; ; van streek brengen |
Engels | Nederlands |
---|---|
stagger with sleep | ⇆ tollen van de slaap |
sleep | ⇆ laten slapen; ⇆ maf; ⇆ pitten; ⇆ rusten; ⇆ slaap; ⇆ slapen; ⇆ staan |
stagger | ⇆ aan het wankelen brengen; ⇆ faseren; ⇆ op verschillende tijden doen vallen; ⇆ spreiden; ⇆ suizebollen; ⇆ trapsgewijs plaatsen; ⇆ versteld doen staan; ⇆ waggelen; ⇆ wankelen; ⇆ wankeling; ⇆ zigzag plaatsen |