Engels–Nederlands woordenboek
Nederlandse vertaling van het Engelse woord sportsman
Engels | Nederlands (indirect vertaald) | Esperanto |
---|---|---|
; sportman | ||
homekipi | ||
🔗 And if we had ships, we could not spare the men to man them, not even for the princess Helen. | ||
(human being; human) | ||
🔗 What sort of men were they who tended these fires? | ||
(fellow; male; bloke) | ; | |
(agent; operative) | ||
(human race; mankind; humanity) | ; | |
🔗 The four men drank wine. | ||
(variant; variable) | ; variabele ; variant | |
sportswoman | sportvrouw |
Engels | Nederlands |
---|---|
sportsman | ⇆ jager; ⇆ sporter; ⇆ sportieveling; ⇆ sportliefhebber; ⇆ sportman |
professional sportsman | ⇆ profspeler |
sportsman’s language | ⇆ jagerstaal |
man | ⇆ bediende; ⇆ bemannen; ⇆ bezetten; ⇆ damschijf; ⇆ de mens; ⇆ kamerdienaar; ⇆ knecht; ⇆ man; ⇆ manlijk; ⇆ mannelijk; ⇆ manspersoon; ⇆ mens; ⇆ schaakstuk; ⇆ schijf; ⇆ student; ⇆ stuk; ⇆ werkman |
sport | ⇆ dartelen; ⇆ eropna houden; ⇆ geuren met; ⇆ jacht; ⇆ pronken met; ⇆ scherts; ⇆ schertsen; ⇆ speelbal; ⇆ spel; ⇆ spelen; ⇆ speling; ⇆ sport; ⇆ sporten; ⇆ sportieve kerel; ⇆ sportieve meid; ⇆ tak van sport; ⇆ tentoonspreiden; ⇆ tentoonstellen; ⇆ tijdverdrijf; ⇆ vermaak; ⇆ zich ontspannen; ⇆ zich uitdossen in; ⇆ zich uitdossen met; ⇆ zich verlustigen |
sportsmanlike | ⇆ sportief |
sportsmanship | ⇆ sportiviteit |
sportswoman | ⇆ sporter; ⇆ sportvrouw |